Ook in Frankrijk wordt er veel thuisgewerkt tegenwoordig. Daar doen ze aan ‘télétravail’. In plaats van wat vakantiefrans trekken we daarom deze keer een blik Frans kantoorjargon open. En wat blijkt: de Fransen spreken toch best een woordje Engels.
De Franse werkvloer verschilt van de Nederlandse, denk alleen al aan de hiërarchie, die in Frankrijk wordt aangeduid met het typische N+1 en N+2, waarbij jij de N bent en degene aan wie je rapporteert de +1. Staat daar nog een persoon boven, dan krijg je N+2, en zo verder.
Maar er zijn ook overeenkomsten: het Engels sluipt de kantoortaal binnen en sommige uitdrukkingen zijn typerend voor de werkvloer. We laten er een paar de revue passeren.
1. Donner ton go
Je kunt ‘donner ton accord’ zeggen, maar au bureau hoor je nog vaker ‘donner ton go’. De leden van de Académe française zouden hun akkoord in elk geval niet geven…
2. Franglais: checker, débriefer, updater, googliser…
Steeds meer Engelse woorden vinden hun weg naar de werkvloer, zij het met een Franse twist. Hoe? Gewoon -er erachter plakken en iedereen spreekt een woordje Franglais.
‘Merci de checker ma présentation’. En eigenlijk kun je alles wel ‘checker’: ta tenue, ton planning, tes mails. ‘Vérifier’ is zo passé... De Fransen kunnen elkaar ‘challenger’ om zichzelf te overstijgen, een ‘petit brainstorm’ doen, elkaar ‘débriefer’, hun werk ‘updater’ en dingen opzoeken door te ‘googliser’.
3. Comme un lundi
Het maandaggevoel is universeel en in Frankrijk kan je dat op alle dagen van de week hebben, vooral die ene ongemotiveerde werknemer:
- « Bonjour Pierre, comment vas-tu ? »
- « Comme un lundi… »
Niet top dus, want hoe kan het nou goed gaan als je nog vijf dagen te gaan hebt tot het weekend. Wil je dynamisch overkomen, dan deze beter niet gebruiken.
4. Basculer vers le weekend
Gelukkig is de week op woensdag weer doormidden en kan je opgelucht zeggen ‘on bascule déjà vers le weekend’.
5. Je vais au taf
Om te zeggen dat je je naar je werk gaat. Waarbij taf komt van ‘travail à faire’, technisch gezien dus niet helemaal juist.
6. Je suis sous l'eau
Om te gebruiken als je ‘overbooké’ (daar heb je er weer een…) bent, ofwel dat je overloopt van het werk. Beetje vergelijkbaar met ‘avoir du pain sur la planche’, letterlijk brood op de plank hebben, dus veel werk te doen.
7. Se tourner les pouces
Het tegenovergestelde van nummer 6, want gebruik je om te zeggen dat je duimen zit te draaien: ‘on se tourne les pouces ici !’.
8. Zeg geen ‘merci de…’ als je iets gedaan wilt krijgen
‘Merci de faire…’. Wil je even… ? Hip en vlot, maar ook een beetje autoritair. Vraag de Fransen naar hun kantoorergernissen en deze staat ertussen. Stel je vraag – Est-ce que tu peux… - en sluit af met een vriendelijk merci.
9. On va casser les codes
Om te zeggen (vooral managers) dat jullie het totaal anders gaan aanpakken, breken met de traditie, ook wel: balayer les idées reçues of sortir du déjà-vu. Werknemers verstoppen zich vooral graag achter een plant als ze dit horen.
10. Hou het kort
Tijd is geld, dus hoe minder letters je hoeft te typen hoe beter:
• T’es dispo? (disponible) = Ben je beschikbaar, heb je tijd?
• On se fait un déj’ ? (déjeuner) = Samen lunchen ?
• La semaine pro’ (prochaine) = Volgende week
• Un conf’ call, of nog korter: call = Een conference call
11. Je suis off
Je ligt er niet compleet af (oké misschien wel), maar hebt gewoon een vrije dag.
12. Mettre les bouchées doubles
Betekent dat iedereen even de schouders eronder moet zetten om het werk op tijd af te krijgen: ‘Il va falloir mettre les bouchées doubles’. Een bouchée is hap, neem je er dubbele van dan gaat het sneller.
13. Je reviens vers toi
Ik kom er bij je op terug. Ontsproten aan het Engelse I’ll get back to you, maar door de puristen gezien als onkruid op de werkvloer.
14. Prendre le lead (sur un projet)
‘Tu prends le lead?’ Neem jij de leiding over dit project? En dan ben je - uiteraard - le leader.
15. C'est charrette
Het is krap. Bijvoorbeeld om aan te geven dat de deadline strak is. Maar ook in: ‘Je suis charrette sur ma prez’ (ik ben te laat voor het indienen van mijn presentatie).
16. Tu me tiens au jus?
Een variant voor ‘Tu me tiens au courant?’, houd je me op de hoogte?
17. Être à la bourre
Kan je maar beter niet zijn, want dan ben je te laat: ‘Je suis à la bourre’.
18. Être payé au lance-pierre
Ook niet zo’n beste als deze op jou slaat. ‘Je suis payé au lance-pierre’ betekent dat je niet echt goed betaald krijgt (een lance-pierre is een katapult).
19. En connaître un rayon
‘Il en connaît un rayon.’ Bij die collega moet je zijn, want dat is degene die er alles van afweet.
20. C’est impactant
Franglais, om te zeggen dat iets effectief is, impact heeft.